The lyric expressionism of Gerdine Duijsens

Gerdine Duijsens

After all, you don't become an artist. You're born an artist

Gerdine Duijsens was born in Utrecht, Netherlands, and studied at the Art Academy and the Academy of Fine Arts in Belgium. A career in art wasn't part of the plan initially, but there was no stopping her as time went by. Once the children had all gone separate ways, she gave way to something deep inside that she had really always known, ever since the days she played hooky while munching on her sandwiches in art museums. She believes one doesn't become an artist, but is born one. Duijsens’ work is a synthesis between figurative and abstract art. Her internationally collected paintings reflect the modern culture of consumerism, the desire to achieve status, and overindulgence. In their unguarded moments, Duijsens displays her characters as their vulnerable and insecure selves, when in their seemingly unobserved moments they briefly escape from a world in which status, knowledge, protocols and power keep them prisoner. Through lyrical expressionism in its purest form, we see ourselves. The characters are satirical, exaggerated forms and are meant to be lighthearted and fun. The dining and party scenes have a very recognizable style that can be distinguished by four main elements: people, lush layers of color, expressionistic mark making, and portraiture. Her people are "bon-vivants," somewhat blasé, comical, cheerful, and bored. The partying, dining, happy single, and Botox paintings have become Duijsens’ trademarks and have generated a steadily growing club of collectors internationally.
Het lyrisch expressionisme van Gerdine Duijsens (in Dutch)

Ze worden haast onder haar creatieve handen vandaan getrokken, haar trefzekere en onthullende inkijkjes in het rijke, lege leven van de partijtijgers en de receptie-verslaafden, de oesterslurpers en champagneslobberaars, de mateloze schransers en de tomeloze drinkers, de dronkenmansbidders en de borrelbabbelaars, de hotemetoten en de nietsnutten, die zij inmiddels in meer dan duizend doeken in al hun onbenulligheid en ijdelheid heeft geportretteerd. Toch zijn het niet alleen maar opgeblazen gebakkenlucht- verkopers die haar kleurige doeken bevolken. Gerdine zet haar figuren in hun onbewaakte ogenblikken met milde spot te kijk als hun kwetsbare en onzekere zelf, wanneer zij, zich onbespied wanend, voor even proberen te ontsnappen uit een wereld waarin status, kennis, protocollen en macht hen gevangen houden. Lyrisch expressionisme in zijn zuiverste vorm. Kijkend naar de schilderij van Gerdine Duijsens zien we onszelf. Er is niets aan te doen, een glimlach speelt om onze lippen, een giechel kruipt omhoog langs het middenrif. Daarom willen we haar doeken aan onze muren hebben Omdat ze ons iets over onszelf vertellen. Omdat ze echt zijn.

Een carrière in kunst
Van de Utrechtse Academie Artibus liep ze al na korte tijd weg. Ze hoopte er het tekenen, wat ze al jaren deed, te kunnen perfectioneren. Iets te leren over anatomie, portretschilderen. Dat was een misrekening. Het was in die tijd heel er bon ton om abstract te schilderen. Dat sprak haar totaal niet aan. Een opdracht “schilder de ruimte” was voor Gerdine van achttien jaar veel te vaag. Ze dacht dat ze die techniek nodig zou hebben om later de beelden die in haar brein ontstonden goed op papier te kunnen krijgen.

Voor iemand die een carrière in de kunst ambieert was het misschien ‘een beetje dom’ om zo snel te stoppen. Maar kunstenaar worden, ach, daar was ze toen nog niet zo mee bezig. Het ging haar gewoon om beter te kunnen tekenen. Een omissie, als je het zo wil noemen, die ze later goed maakte op de Academie voor Schone Kunsten in Arendonk, België, Want het viel niet meer te ontkennen, het talent was er immers al in aanleg, en het wilde nu wel eens tot rijping komen. En toen ging het ook snel. Al gauw gaf Gerdine aquarellessen aan belangstellenden.

Als kunstenaar geboren
Gerdine Duijsens werd in Utrecht geboren. Een carrière als kunstenaar zat aanvankelijk niet in de planning, maar viel later niet meer tegen te houden. Toen de kinderen eenmaal hun eigen weg gingen, gaf ze ruimte aan iets, wat ze eigenlijk altijd al wist, toen ze van school spijbelde en in het Centraal Museum Utrecht haar boterhammen zat op te eten. Gerdine: “Je wordt immers geen kunstenaar, je wordt als kunstenaar geboren. Of je uiteindelijk iets met dat talent gaat doen, ligt helemaal aan jezelf.”

Talenten
Wat anderen met hun talenten doen verbaast haar soms. Sommige kunstenaars zijn echt het spoor bijster lijkt wel. Dat er kunstenaars zijn die alleen maar kunst maken om te provoceren en te shockeren, beschouwt ze als een belediging voor het vak van kunstenaar. Soms is moderne kunst zó confronterend, weerzinwekkend en schokkend, dat Gerdine het niet meer begrijpt. Dat geldt uiteraard niet voor kunst waar een verhaal achter zit, een uitleg waarom de kunstenaar voor een bepaalde vorm gekozen heeft.

Mooi is daarbij geen criterium, dat is een leeg begrip. Kunst moet je kunnen raken, interessant zijn, vernieuwend, je op andere gedachten brengen. Een kunstenaar mag je zijn wereld laten zien, zijn visie op de wereld met je delen. Zo begrijpt ze ook niet waarom sommigen het werk van anderen na-apen, soms zelf exact kopiëren. Gerdine begrijpt daar niets van. Het is voor haar een vraag waarom die mensen het niet zelf bedenken en hun talenten zelfs niet gebruiken voor hun eigen fantasieën gebruiken.

De eettaferelen, haar handelsmerk
Gerdine Duijsens heeft een zeer herkenbare stijl, die in vier hoofdvormen kan worden verdeeld: eettaferelen, dieren, abstracten en portretten. Haar mensen zijn levensgenieters, een tikkeltje blasé of belachelijk, arrogant of onzeker, vrolijk of verveeld. Haar dieren zijn temperamentvol, krachtig, dynamisch en snel, haar abstracten zijn boeiend gelaagd en spannend en haar portretten zijn van alle tijden. De eettaferelen zijn Gerdines handelsmerk geworden en genereren een gestaag groeiende schare liefhebbers, waaronder steeds meer mensen uit het buitenland.
En dan komt die lachkriebel weer omhoog langs ons middenrif. Hij strijkt langs onze slapen en woelt door ons haar. Hij prikt achter onze ogen en klopt in onze keel. Die mensen op die doeken herkennen wij, ze zijn familie van ons, het zijn onze vrienden, wij zijn het zelf. Ze ontroeren ons, we moeten een beetje om ze lachen. Wij houden van ze en we willen ze bij ons hebben. Omdat ze ons blij en gelukkig maken.

(geschreven door journalist Annette Wierper)